Afgelopen maand bezochten we Lalibela, voor het eerst in drie jaar. Het was een hartverwarmend en emotioneel weerzien met onze vrienden.
Waar elders onderweg de oorlogsschade soms goed zichtbaar was, leek de stad er op het eerste gezicht ongeschonden vanaf gekomen. Maar schijn bedriegt. Het ziekenhuis was leeggeroofd, net als de meest luxueuze hotels en overheidsgebouwen. En ook de sociale werkplaats van de HIV-organisatie Beza (die we een paar jaar geleden hielpen bouwen) was geplunderd.
Onze vrienden in Lalibela hebben de bezetting allemaal overleefd (op de moeder van een van onze studenten na, die door een verdwaalde kogel geraakt werd). Maar de oorlog heeft een zware tol van hen gevraagd. En doet dat nog steeds. Gebrek aan voedsel en schoon water maakten het leven extreem moeilijk.
Sommigen zijn beroofd van hun schaarse bezittingen of hebben de oorlogsdreiging aan den lijve ondervonden. De angst dat de vijand terugkeert overheerst nog steeds.
En ook al is de rust weergekeerd, dat betekent nog niet dat alles weer normaal is. De overheid weet met kunst- en vliegwerk voor minimale voorraden drinkwater te zorgen. De elektriciteitsvoorziening functioneert nog steeds niet. Er moet een compleet nieuwe aanvoer uit veilig gebied aangelegd worden. Met een beetje pech duurt dat nog tot het eind van dit jaar. De voedselaanvoer stagneert nog, waardoor de prijzen torenhoog zijn. Er is voedselhulp voor de allerarmsten, maar omdat onze mensen steun vanuit de stichting krijgen, rekent de gemeente hen niet tot die groep.
Het huidige regenseizoen biedt hoop op een goede oogst. Maar alleen voor de boeren die niet beroofd zijn van hun zaaigoed.
De draad weer oppakken
Ondanks alle ellende waren de mensen die onder onze hoede vallen blij ons weer te zien. Onze aanwezigheid en toezeggingen voor blijvende steun gaven hen weer nieuwe moed. Bovendien kwamen we niet met lege handen. Met een extra bijdrage (mogelijk gemaakt door de gulle giften van onze donateurs na de noodkreet in onze vorige nieuwsbrief) vanuit de stichting konden de mensen hun oorlogsschulden afbetalen. Daarnaast zijn ze erg blij met de verhoging van onze maandelijkse steun. Dat helpt de gestegen kosten van het levensonderhoud te verzachten en de draad weer op te pakken.
Belangrijk voor ons was het bestendigen van de positie van ons nieuwe teamlid Abiy. Door de coronacrisis en de oorlog konden we hem pas nu persoonlijk aan de mensen in ons sociale project presenteren.
Hoe behulpzaam de moderne media ook zijn, voor het maken van goede afspraken is een periodiek overleg ter plekke onontbeerlijk. De gesprekken met ons lokale team waren erg vruchtbaar. Onze organisatie heeft hiermee een enorme kwaliteitsimpuls geboekt, die al meteen zijn vruchten afwerpt. Niet alleen op het administratieve en communicatieve niveau, maar ook een gerichtere coaching van de leerlingen op de scholen in Lalibela.