Streetdreamers – een nieuw (Ethiopisch) fotoboek van David van Reen

David van Reen, de oprichter van de Stichting Lalibela, was bijna klaar met zijn fotoboek Streetdreamers toen hij negen jaar geleden overleed. Zijn vader Ton van Reen heeft het boek afgerond. Nu, bij het 25-jarig bestaan van Stichting Lalibela, kan zijn Magnum Opus eindelijk verschijnen.

Het fotoboek Streetdreamers straalt een eerbetoon uit. Een eerbetoon aan de allerarmsten van een van de armste landen in de wereld. Het geheel ademt een sfeer van misère, vreugde en hoop. Streetdreamers is het postuum verschenen magnum opus van David van Reen.
Wie het doorbladert wordt geraakt door de rauwe werkelijkheid. Sommige foto’s mogen wegens de banale, persoonlijke ellende ronduit onbeschaamd genoemd worden. Dat wil zeggen: als je ze uit het boek licht en zonder context aan de muur zou hangen. Wie echter een eerlijk beeld wil schetsen van de alledaagse situatie, ontkomt niet aan het beeld van een zwerver die languit op straat ligt. Een beeld dat meer dood dan leven tentoonspreidt.
In maar liefst 170 foto’s toont het boek deze alledaagse werkelijkheid van het straatleven in verschillende uithoeken van het uitgestrekte Ethiopië. Het boek staat vol wijze ouderen, vrolijke kinderen, hard werkende vrouwen en boeren, vriendschappen en de hartverwarmende gastvrijheid. Vaak gaat armoede gelijk op met uitbundige vrolijkheid, zoals te zien is op de cover. Maar over het algemeen is armoede nu eenmaal bittere ellende.

David van Reen was fotograaf, schrijver en kunstenaar en bovenal een dromer. De harde realiteit van de armen, de bedelaars en andere verschoppelingen in Oost-Afrika staan centraal in al zijn werken. De onderkant van de samenleving in de armste landen was zijn inspiratiebron.
Streetdreamers volgt op twee romans: Engelen der wrake, dat zich afspeelt in de nietsontziende sloppenwijken van Nairobi, en Anbessa’s dochter  gaat over een meisje uit Lalibela dat in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië, wordt uitgebuit.
Ook verscheen eerder al Het land van de verbrande gezichten, waarin vooral het geheimzinnige Ethiopië werd getoond: het christelijk orthodoxe leven en het voor westerlingen haast middeleeuwse leven van alledag.

Zie ook het uitgebreide krantenartikel in De Limburger van 11 maart 2024.

Het boek kost € 29,50 en is te bestellen in onze webshop. De opbrengsten komen ten goede aan Stichting Lalibela.


Podcast interview Stichting Lalibela

Op dinsdag 2 januari waren secretaris Stef Pennings en voorzitter Gerard Sonnemans een uur lang te gast bij Omroep LvC.

Zij vertelden over 25 jaar Stichting Lalibela.

Je kunt de podcast die daarvan gemaakt werd hier beluisteren.


Nieuwe noodtoestand in Lalibela

Het noodlot blijft Lalibela tarten. Opnieuw is oorlogsgeweld tot de stad doorgedrongen. Onlangs barstten de hevigste gevechten sinds mensenheugenis uit tussen het regeringsleger en de Amhaarse militie Fano.
Het internet ligt er al maanden uit, waardoor het lastig communiceren met onze vrijwilligers is.  Maar het is duidelijk dat onze mensen opnieuw onder grote druk leven. De voedselvoorziening lijkt iets beter dan ten tijde van de bezetting door de Tigrayse TPLF, maar de prijzen rijzen steeds verder de pan uit, met verhogingen tot 250%. Boeren durven door het conflict hun producten niet naar de wekelijkse markt te brengen. Dat maakt het vooral voor onze kwetsbare vrienden in de stad extra moeilijk.

Achtergrond van het conflict
Na twee jaar burgeroorlog sloten de Ethiopische overheid en de Tigrayse onafhankelijkheidsbeweging TPLF eind 2022 de vrede. Hoewel de situatie fragiel blijft, is het sindsdien relatief rustig in die regio.
Een belangrijke rol in de burgeroorlog was weggelegd voor de Fano, een militie in de deelstaat Amhara, waar ook Lalibela in ligt. Fano streed zij aan zij met het regeringsleger tegen de Tigrayse rebellen.
De Ethiopische regering ziet in milities als de Fano een gevaar voor de eenheid van het land. Daarom werd in april dit jaar besloten om dit soort milities te ontmantelen en strijders te integreren in het centrale leger en politiediensten. Uit angst voor het verzwakken van de belangen in Amhara weigerde de Fano daaraan mee te werken.
In augustus kwam dat tot een uitbarsting, waarin de militie grote delen van Amhara bezette, gesterkt door de nodige sympathie binnen de bevolking. Lalibela was een van de eerste plaatsen die veroverd werden. En vervolgens weer ‘bevrijd’ door het regeringsleger. Sindsdien is er diverse keren stuivertje gewisseld. Meestal werden de stad en haar inwoners door beide partijen zoveel mogelijk ontzien. Maar op 8 november vonden er hevige gevechten plaats, waarbij Lalibela letterlijk op haar grondvesten schudde en meerdere burgerslachtoffers vielen. Op dit moment heeft het regeringsleger de stad weer onder controle en is het relatief rustig, maar het blijft spannend.

Wat betekent dat voor onze vrienden in Lalibela?
Het sociale en economische leven in Lalibela is knarsend tot stilstand gekomen. Er komen geen toeristen en pelgrims die geld in het laatje brengen. Onze plannen voor een productiefaciliteit voor castorolie, het opzetten van een Syntropic Agro Forestry project en het stimuleren van houtbesparend koken staan nu noodgedwongen op een zeer laag pitje. We hebben de terugbetaling van de verstrekte microkredieten voorlopig stopgezet. De regionale universiteiten zijn nog gesloten, waardoor de studie van onze studenten vertraging oploopt.
Het goede nieuws is dat het bankensysteem in Lalibela nog functioneert. Dat maakt het mogelijk om de mensen in onze projecten de maandelijkse steun te blijven geven. Vanuit onze reserves lukt het om deze maand een bonus te geven, om te voorkomen dat mensen de Kerstdagen en Timkat hongerend moeten doorbrengen.

Hopelijk keert de vrede snel terug en kan het leven weer genormaliseerd worden. We verwachten dat nog wel een keer een aanvullende steunactie nodig zal zijn. Daarnaast staan twee van onze blinde studenten te trappelen om naar de universiteit te gaan. Zij krijgen net als hun voorgangers een laptop, omdat het studeren zonder praktisch onmogelijk is.
De afgelopen jaren lopen onze reserves gestaag terug. Met een extra donatie – al dan niet eenmalig – zouden we daarom zeer geholpen zijn.
En als u nog ergens een goed werkende tweedehands laptop heeft staan, houden we ons aanbevolen. Dat zou een welkome verlichting van onze kosten betekenen.


De nieuwe penningmeester stelt zich voor

Mijn naam is Thera Meertens, en ik ben de nieuwe penningmeester van Stichting Lalibela.
Mijn liefde voor Afrika begon op de middelbare school. Ik was 15 en moest een beroepskeuze maken, maar wist niet wat. Mijn moeder nam mij mee naar een avond waar een missionaris een voordracht hield over zijn werk in een dorpje in Afrika. Bij de eerste dia wist ik wat ik wilde gaan doen… maar niet als non.
Het werd medische microbiologie en 5 jaar later, met mijn diploma op zak, meldde ik me aan bij Memisa en Stichting Nederlandse Vrijwilligers. In mijn hoofd dwaalden landen als Ethiopië, Kenia, Oeganda… Maar door omstandigheden kwam het daar niet van.
Pas 35 jaar later kon ik eindelijk mijn droom waarmaken in Ghana. Ik heb daar in verschillende ziekenhuizen gewerkt, vooral op het platteland. Daar ondersteunde ik twee projecten: Action For Compassion Ghana en de Thera Meertens International School. Beide projecten werken nu geheel zelfstandig.
Ook werkte ik als vrijwilliger voor projecten voor vrouwen in Mali en Burkina Faso. Wij waren met een groepje Nederlandse vrouwen, waarvan ik de enige niet-boerin was. Ik heb hier ontzettend veel van geleerd. Het microkrediet-project in Burkina Faso loopt inmiddels al meer dan 25 jaar.
En nu ben ik dus penningmeester van Stichting Lalibela. Komend voorjaar hoop ik ter plaatse kennis te maken met de mensen in onze projecten.


Onrust in Lalibela

Het is opnieuw hommeles in Ethiopië. De inwoners van Lalibela merken het aan den lijve. Het geweld is dit keer minder, maar de stad is nagenoeg afgesloten van de buitenwereld. Fysiek, maar ook internet is af en toe uit de lucht.

Het conflict met Tigray is nog steeds niet opgelost. In die regio, ten noorden van Lalibela, is de situatie nog steeds onzeker en gespannen. Er zijn nog steeds zorgen over honger, ziekte en geweld, maar humanitaire hulp wordt steeds meer toegelaten en er zijn tekenen van verbetering.
In Lalibela was de rust en de veiligheid wedergekeerd. Onze projecten konden we weer oppikken, er zijn zelfs mooie vorderingen gemaakt met het voedselbos, dankzij de inspanningen van Roland van Reenen. Zie de beelden op youtube.
En meer goed nieuws: onze contactpersoon Abiy meldt vanuit Lalibela dat er voldoende regen is gevallen voor de boeren.

Maar deze relatieve rust is weer verdwenen. In plaats van de militairen uit Tigray is het nu een gewapende Amhaarse militie die de stad bezet. FANO, zo noemen ze zich, verzet zich tegen het regeringsleger en strijdt voor meer autonomie voor Amhara.
Het lijkt vooralsnog met minder geweld gepaard te gaan dan destijds met de Tigrayse bezetters. Begin augustus heeft FANO het vliegveld van Lalibela veroverd, sindsdien houden ze controle over de stad. Ze hebben alle toegangswegen geblokkeerd, waarmee Lalibela vrijwel is afgesloten van de buitenwereld.
Door gevechten en blokkades op de wegen is Lalibela niet per auto of bus bereikbaar. Alleen te voet of per ezel is de stad te bereiken, maar zo’n reis duurt lang en is niet ongevaarlijk.

Abiy heeft het in zijn email over “veel verdriet en stijgende prijzen”. Vooral de onbereikbaarheid doet de prijzen stijgen tot wel 80 procent. Een kilo teff kost nu al 90 birr (€1,50). Vorig jaar was dat nog 50. Kookolie is met 150 birr in prijs gestegen. Een groot probleem, vooral voor Lalibelanen die geen stuk grond hebben om iets voor zichzelf te verbouwen.
Priesters en enkele ouderen proberen het vredesproces te steunen, maar Abiy voorziet voorlopig nog geen verbeteringen voor de enorme problemen waarmee de Lalibelanen zich geconfronteerd zien.

Lalibela is maar één van de plaatsen die wordt getroffen door deze onlusten. Ethiopië heeft de noodtoestand uitgeroepen. Onze blindenleraar Teshome uit Addis meldt dat het nu in heel het land onveilig is.
Militairen zijn in staat iedereen te beroven. Mensen worden lukraak van straat gehaald of uit een bus, vertelde hij. Ze hopen dan een buitenlander of een rijk uitziende Ethiopiër te treffen. Hij maakt zich grote zorgen over de veiligheid van zijn dochter heen en weer naar haar universiteit ver van Addis moet reizen.


Elzendaal-leerlingen rennen € 647 bij elkaar

Voor het achtste jaar op rij zetten leerlingen van het Elzendaal College in Boxmeer zich in voor onze stichting. Alle brugklassen kregen een lokale stichting in de ontwikkelingssamenwerking toegewezen.
Onze secretaris Stef Pennings vertelde vorige maand aan klas 1HaD over onze activieiten. Dat inspireerde de 24 leerlingen op vrijdag 7 april tot een bijzondere sportieve inspanning waarmee ze € 647 aan sponsorgeld binnenhaalden. Enkele leerlingen presteerden zelfs uitzonderlijk goed met een afstand van 10 km in de drie kwartier durende sponsorloop.
We danken klas 1HaD en hun leerkracht Lizzy van de Kamp hartelijk voor hun inzet.
Op naar het negende jaar samenwerking!


Stichting Lalibela zocht en vond een nieuwe penningmeester

Begin april meldden we dat we op zoek waren naar een nieuwe penningmeester, omdat onze huidige penningmeester die functie wegens drukke werkzaamheden niet meer kan vervullen op een manier die hij en wij wenselijk achten.
Een week later al meldde zich Thera Meertens uit Roermond. Na een kennismakingsgesprek zegde zij toe de vacante functie op zich te nemen. En daar zijn wij uiteraard zeer blij mee.
De overdracht vindt plaats in mei.
We zullen Thera vragen om zich dan aan jullie voor te stellen.


Gaat castorolie het verschil maken?

Het is een onooglijke boom; eigenlijk lijkt het meer een struik. De Ricinus communis ofwel castorboom. Hij gedijt zelfs goed in de droge, bergachtige bodem rond Lalibela. De geiten lopen met een boog om de giftige boom heen. De (ook giftige) zaden blijven onaangetast aan de bomen hangen.
Die castorbonen zijn echter hun gewicht (bijna) in goud waard. De gebruiksmogelijkheden van de olie die ze bevatten zijn legio: als technisch smeermiddel, exclusieve verzorgingsproducten en zelfs als laxeermiddel en nog vele andere toepassingen. Dat er in Lalibela nog geen productie van de olie is opgezet, komt door het complexe proces van extraheren van de olie, het creëren van een winstgevende productiecapaciteit en het vinden van een externe afzetmarkt.
Wij zien echter kansen in het opzetten van een productielijn, waarbij een inkomen gegenereerd kan worden voor een aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. HIV-geïnfecteerden kunnen bonen oogsten of de olie uit de bonen extraheren. Blinden kunnen de bonen uit hun stekelige bast halen.
Samen met een bevriende organisatie die net als wij de meest kwetsbare mensen in Lalibela aan een bestaanszekerheid helpt verkennen we nu of we deze droom kunnen verwezenlijken. De eerste gesprekken met lokale, bevlogen mensen die een speciale castorolie-associatie moeten oprichten en de gemeente vinden in november plaats. Onderzocht gaat worden waar we nog meer bomen (met de beste kwaliteit bonen) kunnen planten. Uitgangspunt daarbij is dat het geen concurrentie met de lokale voedselvoorziening mag vormen. We zoeken naar braakliggende lapjes grond waar geen andere agrarische activiteit mogelijk is. En daar willen we niet alleen castorbomen planten, maar ook fruit en noten. Kleine voedselbosjes dus.
Of dat ook echt gaat lukken? Daar komen we alleen maar achter door onze schouders eronder te zetten.
Klein beginnen en dan kijken hoe ver we de productie in de loop van de tijd kunnen opvoeren.
Wordt vervolgd…


Hartverwarmend bezoek aan Lalibela

Afgelopen maand bezochten we Lalibela, voor het eerst in drie jaar. Het was een hartverwarmend en emotioneel weerzien met onze vrienden.
Waar elders onderweg de oorlogsschade soms goed zichtbaar was, leek de stad er op het eerste gezicht ongeschonden vanaf gekomen. Maar schijn bedriegt. Het ziekenhuis was leeggeroofd, net als de meest luxueuze hotels en overheidsgebouwen. En ook de sociale werkplaats van de HIV-organisatie Beza (die we een paar jaar geleden hielpen bouwen) was geplunderd.

Onze vrienden in Lalibela hebben de bezetting allemaal overleefd (op de moeder van een van onze studenten na, die door een verdwaalde kogel geraakt werd). Maar de oorlog heeft een zware tol van hen gevraagd. En doet dat nog steeds. Gebrek aan voedsel en schoon water maakten het leven extreem moeilijk.
Sommigen zijn beroofd van hun schaarse bezittingen of hebben de oorlogsdreiging aan den lijve ondervonden. De angst dat de vijand terugkeert overheerst nog steeds.
En ook al is de rust weergekeerd, dat betekent nog niet dat alles weer normaal is. De overheid weet met kunst- en vliegwerk voor minimale voorraden drinkwater te zorgen. De elektriciteitsvoorziening functioneert nog steeds niet. Er moet een compleet nieuwe aanvoer uit veilig gebied aangelegd worden. Met een beetje pech duurt dat nog tot het eind van dit jaar. De voedselaanvoer stagneert nog, waardoor de prijzen torenhoog zijn. Er is voedselhulp voor de allerarmsten, maar omdat onze mensen steun vanuit de stichting krijgen, rekent de gemeente hen niet tot die groep.
Het huidige regenseizoen biedt hoop op een goede oogst. Maar alleen voor de boeren die niet beroofd zijn van hun zaaigoed.

De draad weer oppakken

Ondanks alle ellende waren de mensen die onder onze hoede vallen blij ons weer te zien. Onze aanwezigheid en toezeggingen voor blijvende steun gaven hen weer nieuwe moed. Bovendien kwamen we niet met lege handen. Met een extra bijdrage (mogelijk gemaakt door de gulle giften van onze donateurs na de noodkreet in onze vorige nieuwsbrief) vanuit de stichting konden de mensen hun oorlogsschulden afbetalen. Daarnaast zijn ze erg blij met de verhoging van onze maandelijkse steun. Dat helpt de gestegen kosten van het levensonderhoud te verzachten en de draad weer op te pakken.
Belangrijk voor ons was het bestendigen van de positie van ons nieuwe teamlid Abiy. Door de coronacrisis en de oorlog konden we hem pas nu persoonlijk aan de mensen in ons sociale project presenteren.
Hoe behulpzaam de moderne media ook zijn, voor het maken van goede afspraken is een periodiek overleg ter plekke onontbeerlijk. De gesprekken met ons lokale team waren erg vruchtbaar. Onze organisatie heeft hiermee een enorme kwaliteitsimpuls geboekt, die al meteen zijn vruchten afwerpt. Niet alleen op het administratieve en communicatieve niveau, maar ook een gerichtere coaching van de leerlingen op de scholen in Lalibela.


Recordbedrag Goede Doelen Actie Elzendaal

Na twee gemiste jaren door corona mochten wij dit jaar weer aansluiten bij de Goede Doelen Actie van het Elzendaalcollege in Boxmeer.

Naast het zoveel mogelijk rondjes hardlopen op 7 juli, beogen we met deze actie de jongeren ook bewust te maken van mensen op de wereld die het niet zo goed hebben als wij. Hiervoor mag iedere deelnemende stichting een lesuur verzorgen aan de betreffende brugklas. Informatie en motivatie staan centraal in deze les. Met deze bagage op zak gaan de leerlingen sponsoren zoeken voor hun hardloopactiviteit.

Het valt ieder jaar weer op, dat vele leerlingen heel gerichte vragen kunnen stellen. Zij zijn zeer begaan met het lot van mensen in de projectlanden.
Met recent beeldmateriaal kregen de leerlingen nog een beter idee van onze doelgroepen in Lalibela.

Motivatie en sportieve prestaties waren dit jaar van bijzonder hoog niveau, wat leidde tot het bedrag van € 1190,75. Niet eerder wist een brugklas zoveel geld voor ons bij elkaar te rennen.

Het bestuur van de Stichting Lalibela bedankt de leerlingen van klas 1Gb en de organisatoren voor hun bijdragen.